De dorpsjeugd

34 Je ziet eigenlijk bitterweinig ‘hangjongeren’ op het platteland. Daarvoor moet je echt met de pont oversteken naar Luxor. Misschien dat ze daar met z’n allen naar toe gaan om te hangen. Ik weet het niet. De meeste jongeren zijn niet lang jong. Ze trouwen snel en zijn dan meteen ‘volwassen’. Op de westoever is een programma voor de allerarmste straatjongens. Zij kunnen vanaf de leeftijd van 5 jaar een opleiding tot pottenbakker volgen, gaan naar school en krijgen te eten. Hun werk wordt tentoongesteld met de bedoeling het te verkopen. Wat ook gebeurt want het is mooi en goed verzorgd. Het belangrijkste is dat ze een gevoel voor eigenwaarde krijgen ook als blijkt dat er totaal geen pottenbakkerstalent aanwezig is. Een Zwitserse vrouw is met het programma begonnen in de Fayoem. Ze kreeg ondersteuning van een Franse hulporganisatie die ook een ‘studio’ opende op de westoever waar een voormalige student uit de Fayoem nu artistiek leider en leraar is en een Francaise de algemene leiding heeft. Ik mocht er niet tekenen tenzij ik toestemming had van het ‘hoofdkwartier’ in Frankrijk. Jammer dan. De gewone dorpsjeugd is voor ondersteuning van hun talenten en ambities afhankelijk van de ouders. Voor de meeste ouders is een opleiding voor hun kinderen niet belangrijk. Wat ze zelf doen is goed genoeg. Ahmed op de tekening heeft geluk gehad. Hij studeert voor accountant aan de universiteit in Qena, een half uur reizen met de trein richting Cairo. (62 Egypte 15)

© Peti Buchel