De Fellahin

23 De betekenis van het woord Fellahin als algemene aanduiding voor landbewerkers in het hele Midden Oosten komt van de Ottomanen. In Egypte heeft het een bijzondere betekenis gekregen als ‘oorspronkelijke bewoner van de Nijlvallei’, nadat een Engelsman in 1927 een etnografische studie maakte over boeren in Opper Egypte en tot de conclusie kwam dat: ‘uit observatie bleek dat er een ononderbroken lijn in culturele en religieuze gebruiken was tussen de Fellahin en de landbewerkers uit de Egyptische oudheid’. In de Hellenistische tijd werd het woord Aigyptios geïntroduceerd om een onderscheid te maken tussen de ‘oorspronkelijke’ bewoners van de Nijlvallei en de van ‘oorsprong’ Joden, Grieken en Romeinen die er ook woonden. Het illustreert alleen dat beginnend met de Hellenistische tijd Egypte door ‘vreemde’ machten geregeerd werd en dat de bewerker van de vruchtbare Nijloevers zich de kop niet liet gek maken, maar ‘ritste’ en verder gewoon doorploegde. Als hij dat niet had gedaan was het land verkommerd en had de wereld er anders uitgezien. Dit talent om mee te gaan met veranderende uiterlijke omstandigheden en toch bij zichzelf te blijven is het meest opvallende wat ik bij ‘onze buren’ zag en mij soms totaal op het verkeerde been zette. Waardoor ik vooral over mijzelf iets te weten kwam. Op de tekening zeilt Yassar op z’n gemak en in z’n element de Nijl op. (49 Egypte 15)

© Peti Buchel