De scharreleconomie

31 De Fellahin heeft geen vaste baan of vast inkomen. Hij is voor zijn inkomsten afhankelijk wat het land opbrengt of wat hij bij elkaar kan klussen, sjacheren of scharrelen. Er worden goederen en diensten geruild, gedeeld en geritseld. Iedereen staat wel bij iemand in het krijt, is hem wat verschuldigd of moet voor hem klussen.. Er is in deze maatschappij van ‘armen’ een evenwicht dat alleen uit balans raakt als een weduwe of gescheiden vrouw met of zonder kinderen geen familie heeft om haar beschutting te bieden of wanneer een vader een verslaving heeft of veel ziek is. Dan wordt de armoede nijpend, want een sociaal vangnet is er alleen bij gratie van familie. In Luxor en omgeving is door de influx van toeristen vaak wel geld in omloop. Geld dat wordt verkregen door veel te veel voor een dienst of een product te vragen en te krijgen. Commissie tot de tigste graad is een belangrijk onderdeel van de scharreleconomie. Deze extraatjes in ‘echt’ geld zien de Fellahin als iets wat hen toekomt. Het geeft de ruimte die er anders niet is voor een investering of een bescheiden luxe of ‘iets’ voor de kinderen. Dat maakt dingen soms wel heel erg duur, vooral als het uitzuig object zelf ook met een beperkt budget probeert rond te komen. In het begin werden ons diensten opgedrongen die we ons echt niet konden veroorloven of waar we geen zin in hadden en waar we ons zo snel mogelijk van af maakten. Op de tekening is de: ‘ik doe wat voor jou, jij doet wat voor mij’ economie in actie bij het knippen van ‘onze’ heg. (61 Egypte 15)

© Peti Buchel